De Liefde van God de Vader en van Zijn Zoon

 

Goedemorgen, luisteraars,


In het begin…….Dit zijn de eerste woorden van de Bijbel, en dan volgt het scheppingsverhaal. Op de zesde dag schiep God de mens, waarvan Hij zei: Laat ons mensen maken naar Ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over, en dan staat er o.m.: de gehele aarde. Mensen naar Zijn beeld, d.w.z. mensen zoals Godmet het karakter van God in zich: God is geest; Hij maakte de mens een geest, gaf hem een ziel en plaatste beide in een lichaam. De taak van deze eerste mensen Adam en Eva was om te heersen over de aarde, om die te onderwerpen, zo staat het er een paar verzen verder. Adam en Eva kwamen niets te kort, ze hadden voedsel om te eten, een vaste plaats op aarde,  de tuin van Eden, en ze hadden een relatie met God. En ze waren volkomen vrij, behalve, dat ze niet van een bepaalde boom mochten eten, en er heerste een volkomen harmonie tussen God, de man Adam en zijn vrouw Eva.

Maar toen gebeurde er iets verschrikkelijks. Beide mensen aten toch van de boom, en waren dus ongehoorzaam; ze overtraden de enige wet die er was, en de Bijbel zegt, dat de overtreding van de wet zonde is. Zonde is wetteloosheid. Adam en Eva probeerden er zich wel uit te praten tegenover God en kwamen met excuses van niks. Maar het gevolg was, dat Adam en Eva uit de tuin van Eden verbannen werden en geestelijk gescheiden werden van God, want de Bijbel zegt: uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God,  en uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort. De communicatie, de relatie met God werd verstoord, nog erger: God luistert niet meer. Van toen af leefden de eerste mensen gescheiden van God. Maar daar houdt het niet mee op. In de Bijbel lezen we, dat de zonde voortwoekerde in het nageslacht van Adam en Eva. Laten we eens kijken hierna:

Hun eerste kind werd een moordenaar, hij vermoordde hun tweede kind, en dan zegt de Bijbel, dat Adam, die oorspronkelijk naar het beeld van God gemaakt was, en die dus het karakter van God in zich had vóór de zondeval, dat Adam een zoon verwekte naar zijn beeld, naar zijn gelijkenis. Dus niet meer naar  de gelijkenis van God en het beeld van God, maar naar de gelijkenis van Adam in zijn zondige toestand. De zonde werkte door in het nageslacht. En koning David begreep dit maar al te goed: toen hij zondigde tegenover de Heer door overspel te plegen met Bathséba en daarna ook nog haar man  vermoordde; Hij kwam echter tot berouw en inkeer en riep  uit tot God: Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mij moeder mij ontvangen.

Als we nu even teruggaan naar het begin van de Bijbel, dan zien we al gauw, dat de zonde al zó om zich heen gegrepen heeft, dat we in hoofdstuk 6 van het boek Genesis lezen: Toen de HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de HERE,  dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart. En Hij gaf aan Noach de opdracht om een ark te bouwen, want God zou een enorme zondvloed over de aarde laten komen.

En nu zijn  we nog maar op bladzijde 7 van de Bijbel. Als ik deze overdenking nu zou afsluiten, dan laat ik u achter zonder hoop, zonder God. Maar, prijs Zijn Naam, hoewel de mens ongehoorzaam aan God werd, z’n rug op Hem gedraaid heeft en Hem verlaten heeft, heeft God  de mens nooit verlaten. En nog voordat Hij Adam en Eva uit de tuin van Eden verwijderde, beloofde Hij al, dat uit het zaad van de vrouw de Verlosser der mensheid geboren zou worden: Jezus Christus de Messias!

Zowel in het Oude als in het Nieuwe testament lezen we, dat de ziel, die zondigt moet sterven, en dat het loon van de zonde de dood is. God haat zonde, maar Hij heeft Jezus, Zijn Zoon, naar deze wereld gestuurd om de straf op de zonde van ons af te wentelen. Hij zei, dat Jezus niet gekomen is om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, zodat een ieder, die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven zal hebben. Jezus is gekomen om ons vrij te maken, vrij van zonde, vrij van verslavingen, vrij van angst, vrij van welke gebondenheid ook al in ons leven. Daarom wordt hij ook de Bevrijder of de Verlosser genoemd. En vanmorgen zegt Hij tegen u: Als de lasten u drukken en u vermoeid raakt, kom dan bij Mij. Ik zal u rust geven. Hij alleen is het antwoord op elke zonde in ons leven, of dit nu jaloezie is of boosheid, of een verslaving, of wat dan ook.

Beste luisteraar, ga hierop in, roep Hem aan in uw nood. Hij zegt: Wie tot Mij komt, Ik zal hem geenszins uitwerpen. Wat een belofte! U mag komen, net zoals u bent. U bent  altijd welkom bij Hem!

Amen!